Menno is mijn naam.
Ik zit achter het raam.
Ik zie een lekker ding.
Met een mooie string.
En ik eet een banaan.
Mijn moeder komt bij me staan.
Mijn moeder gaat me slaan.
Met de banaan en kwam er een traan.
Deze rap is heel speciaal.
Ik weet niet of ik het einde wel haal.
Maar we gaan toch door.
En zorg dat je het hoort.